Eerlijk gezegd stelt het Limfjord op het eerste gezicht niet
veel voor. Een grote plas met aan beide kanten een licht heuvelig landschap.
Fotogeniek is het zeker niet. Toch genieten Petra en ik er erg van. Misschien
is het juist wel omdat het niet spectaculair is dat het zo heerlijk rustig is.
Wanneer je op het IJsselmeer een haven binnenvaart kun je er zeker van zijn dat
je moet zoeken naar een plekje. Daar hoef je je in het Limfjord geen zorgen
over te maken. In welke haven je ook komt, er is altijd plek zat. Daarnaast
zijn er zelfs midden in het zomerseizoen
genoeg ankerplekjes te vinden waar je ’s avonds in je blote kont een
duik in het water kunt nemen zonder dat iemand zich er aan stoort.
Omdat het Limfjord zo rustig is zijn de mensen nog vriendelijk. De haventjes ogen vaak wel wat amateuristisch.
Haast op het knullige af. Wij houden hier ontzettend van. We zoeken dan ook juist de minder
toeristische haventjes op. Het loont om dan niet te veel van de pilots uit te
gaan. Deze schrijven natuurlijk voor een groot publiek en de meerderheid wil nu
eenmaal een grote haven met alle voorzieningen. Hoewel wij dat uiteraard ook
makkelijk vinden, liggen we ook graag voor anker of in iets minder luxe havens.
|
zeehondje in de haven naast de boot |
|
als er niet zoveel gebeurt
kun je wel lekker relaxen |
|
wachten op de brug bij Aalborg |
|
aan de steiger in Hals |
Op het moment van schrijven liggen we in een nietszeggend haventje in
Attrup. De Duits-Deense pilot schrijft hierover; “Für Gäste unatraktiver
kleiner Bootshafen am Nordufer des Limfjords”. “Da’s de moeite
van het kijken waard” zeg ik tegen Petra als we na een dag varen op zoek zijn
naar een overnachtingsplekje. We zetten koers naar Attrup. In de halflege haven is alleen een restaurantje
in een gebouwtje dat eerder aandoet als een flinke keet. We besluiten om te
kijken of we in ieder geval gebruik kunnen maken van het toilet. Wanneer we het
restaurantje binnen lopen zit het vol met ANWB bloesjes*. Iets ongemakkelijk in
onze sjofele zeilkleding gaan we op zoek naar iemand die ons informatie kan
geven over de haven. In gebrekkig Engels legt de restaurant eigenaar uit dat we
gewoon van het toilet in het restaurant gebruik kunnen maken.” Er is ook een
douche bij” wordt trots vermeld. Nog voordat we betaald hebben wordt de code
van de deur overhandigd zodat we ’s avonds ook naar binnen kunnen.
We besluiten om hier te blijven liggen en betalen het
havengeld in een brievenbus aan de muur. Terug op de boot drinken we de
aanlegborrel en eten een hapje. Later die avond gaan we op slippers,
gewapend met een handdoek en toilettas het restaurant binnen. Zo nonchalant mogelijk
lopen we direct door naar het toilet. We moeten ons best doen om niet in lachen
uit te barsten als we de verwarde blikken in het restaurant zien. Blijkbaar komen hier niet veel passanten.
|
blijft een mooi gezicht zo'n zeehondje
vlak naast de boot |
|
in veel havens betaal je hier het
havengeld in een brievenbus |
|
tijdens het varen
een ideetje om een zak
om de kotterfok te maken |
* mannen van middelbare leeftijd met geblokte blouses,
veelal met korte mouwen.
Reacties
Een reactie posten